Wannes flanerend door de straten van de stad of zittend aan een tafeltje in één van zijn geliefde café’s met een kleine Moleskine waarin hij geconcentreerd één van zijn rijke gedachtengangen neerpent…
Het is een beeld dat menig Antwerpenaar vertrouwd is, ook nu nog, meer dan tien jaar na zijn overlijden.
‘En hij schrijft. Het is een verzuchting die altijd weer de kop opsteekt. Hij wil schrijven, ‘eindigen als schrijver’. Blijkbaar is het schrijven van liedjes en gedichten geen echt schrijven. Echt schrijven dat is proza, dat zijn dagboeken, bedenkingen, beschouwingen. ‘
Zo staat het in de biografie over Wannes.
Hij was een zeer veelzijdig schrijver, nooit te goed om ergens zijn pen aan te wijden. Hiervan getuigen vele brieven, columns, theaterteksten, vertalingen, poesjenellenstukken, dagboeken, gedichten en zijn poëtische liedteksten.
En hij schreef… en werd beschreven…
Op deze pagina vindt u meer informatie over de uitgaves van Wannes en over Wannes. Hij verleende ook regelmatig literaire steun aan tal van projecten die hij een warm hart toedroeg en/of die een voor hem boeiend concept hadden uitgedacht.
Ga naar de volledige bibliografie om een overzicht te krijgen.
Klik op de cover voor meer info
Achter de schermen van het theater.
Het is een vaak vergeten aspect van het werk van Wannes. Via zijn platen en optredens kende men Wannes de zanger, in beperkte kring kende men dan weer Wannes de flamencogitarist, maar wat hij in het theater allemaal heeft gerealiseerd – en dan hebben we het even niet over Mistero Buffo – is buiten de inner circle nauwelijks bekend.’
Zo staat het in de biografie van Wannes. Tal van theatermensen zullen dit beamen. Wannes heeft niet enkel met zijn pen en zijn muziek veel betekend in de theaterwereld ook als docent gitaar in de studio Herman Teirlinck heeft hij jarenlang menig, vandaag gevierd, acteur beïnvloed in zijn jonge jaren.
In de toekomst wil de vzw Erfgoed Wannes Van de Velde graag de theaterteksten van Wannes samenbrengen in uitgave.
Wat zegt de meester:
Poppenspel is in de eerste plaats een klimaat; dynamisch, bizar, demonisch, een tikkeltje morbide, maar nooit vulgair, en vooral: genadeloos.
De bewegingen van een pop zijn onafwendbaar. Zonder aarzeling tekenen ze de kortste weg tussen twee punten of werelden. Daardoor hebben ze iets fataals. We moeten ons goed bewust zijn van de specifieke bewegingstics die eigen zijn aan stangpoppen; zeker niet proberen marionetten te maken die de menselijke motoriek ‘natuurgetrouw’ nabootsen, want dat is – althans in onze visie – een fundamentele fout die het poppenspel zou degraderen tot een ziekelijke vertoning.
Uit ‘In de tijd’ ( notities 1987 – 1993 )
Eind 1998 werkte ik samen met Wannes Van de Velde en Danny Keuppens aan de theatervoorstelling De Reis naar Dux. Wannes had de eerste aanzet geschreven voor een toneelstuk voor twee acteurs en een aantal marionetten.
Na meer dan een jaar afzondering in meer dan één betekenis, acht ik de tijd rijp om uit mijn, deels gedwongen, deels vrijwillig, isolement te reden en hoe kan ik dat beter doen dan met een brief aan u. Ge zult begrijpen dat ik heel wat te vertellen heb. Een arsenaal van nooit- of heel zuinig- uitgesproken gedachten heb opgespaard. Niet opgekropt, verre van, het lijkt me veeleer dat ik ze bewust heb gekoesterd, om er later (nu dus) des te meer mee te kunnen doen. Want dat ik er iets mee wil doen, staat vast. Tijdens mijn ziekte heb ik zoveel nieuwe aspecten van mezelf, mijn innerlijk wezen, ontdekt, dat ik ze nog bijlange na niet allemaal kan overschouwen. Ook al omdat ze een vluchtige, schimmige aard hebben. Maw: het raadsel, waar wij toch zo gaarne mee fikfakken, is nog verdiept. Het is tegelijkertijd intrigerender én onaanraakbaarder geworden, iets als een ver, maar heel warm en misschien wel vervulbaar verlangen! Dat een zekere vervulling vindt in mijn schrijfactiviteiten. Ik ben met twee schrijfsels onderweg: de vertaling van Amparo’s gedichten, die haar voltooiing nadert en een tekst rond momenten of stadia van mijn ziekte, waarvan de voorlopige titel “Beschouwelijk dagboek” luidt. Een bijzonder stimulerend gevoel, jawel! En het wordt nog straffer! Vanaf de 1ste mei ben ik gepensioneerd! (Onze gepensioneerden treden aan, tatatataa!) Ik zal van dan af aan alleen nog vrij scheppend ageren. Dat klinkt goed, vindt ge niet? Musiceren zal ik ook nog, maar heel selectief en de préférenrance à l’ombre de la culture, die hier sowieso door de mandarijnen gerecupereerd en grondig verneukt is. Ik bedoel natuurlijk de officiële sector, want dat België een goed broeinest is voor werkelijk authentieke, opwindende creativiteit, daar blijf ik in geloven. Wij hebben nog steeds en wellicht meer en meer een duidelijke taak te vervullen, Bob. Een opdracht die er misschien voor alles in bestaat een stuk waardigheid te redden. Ge ziet het: ik ben nog steeds niet bang voor grote woorden. Ik beloof u dat het nog erger zal worden. (…) Hoe harder en meedogenlozer onze wereld wordt, hoe minder ik, op mijn vierkante meter, te verliezen heb. Ook dat heeft mijn ziekte me beter doen begrijpen. Of dacht ge dat ik voor niets tegen de vlakte ben gegaan? Tot gauw Wim
Woorden die vandaag lijken geschreven te zijn…
Bob De Moor
In 1982 vraagt Johan De Roey, toen coördinator bij Knack, aan Wannes om columns te schrijven.
"Door Knack is de goesting om meer te schrijven gegroeid. Daarvoor had ik al columns geschreven voor De Nieuwe Gazet, maar voor Knack heb ik uiteindelijk tien jaar gewerkt.’ Jarenlang schreef hij wekelijks een stukje over zijn stad, over ’t stad, maar toen dat te zwaar begon te wegen kreeg hij hulp van de andere W’s. Om beurten schreven Walter De Buck, Willem Vermandere en Wannes een column. Zo moest hij maar om de drie weken aan de slag.
In Antwerpen is de stad een onzijdig monstertje. ‘De stad is een fenomeen, dat me steeds opnieuw weet te boeien; ik geraak er nooit op uitgekeken. Ik ben er in feite aan verslaafd, aan dat verdwalen in die straten. Wandelen op het land is natuurlijk gezonder, maar ja, ge zijt een stadsmus of ge zijt er geen."
Een selectie van deze columns werd uitgegeven onder de titel ’t Stad. Op de ledenpagina vindt u mondjesmaat alle 223 columns van Wannes, die verschenen in Knack tussen 1982 en 1993.
© 2025
Disclaimer: Indien er media-materiaal op deze website staat waar u de rechten op bezit en hier onterecht geplaatst is, laat het ons dan a.u.b. weten.
privacy policy
Wij gebruiken cookies om uw surfervaring op deze site te verbeteren. Als u voortgaat met het surfen op deze site, gaat u akkoord met onze cookies policy.